De Ogen en het onmogelijke
tip van Edward
- geschreven doorDave Eggers
- met tekeningen vanShawn Harris
- vertaald doorMaria Postema
- publisher
- Leopold
- genre
- kinderboek
- jaar
- 2023
- leeftijd
- 10+
Gossiemijne, wat een boek. Mijn huisgenoot zei onlangs: ‘Ik weet dat het boek dat jij zit te lezen goed is, als jij zegt dat je zin krijgt om zelf te gaan schrijven.’ Bij De Ogen en het onmogelijke zei ik het meerdere keren. Niet dat ik denk dat ik een dergelijk boek zou kunnen evenaren, maar het gaat om het verhaalvuur dat een vertelling in je aan kan wakkeren. Ja, want nogmaals: gossiemijne, wat een boek.
Om te beginnen moet ik zeggen dat ik een groot fan van Dave Eggers ben. Zijn Wat is de wat? is een voorbeeldboek voor me, maar ook Max en de Wild Things, Zeitoun en Helden van de grens, het zijn allemaal meesterwerken. Wat ik, naast alle andere kwaliteiten die hij bezit, zo aan Eggers waardeer: zijn lak hebben aan de scheidslijnen tussen kinder- of volwassen- of young-adultliteratuur. Hij schrijft in allerlei genres, en het een is zowel het ander.
Ook De Ogen en het onmogelijke biedt kinderen net zo veel als volwassenen. Johannes is het hoofdpersoge, en Johannes is een razendsnelle hond. Hij kan rennen op lichtsnelheid, en dat doet hij dan ook vaak. Het park rond en nog eens het park rond, om daarna aan drie oude bizons verslag uit te brengen van alles wat hij gezien heeft: hij is ‘De Ogen’. Tot er op een dag opeens veel méér te zien valt, omdat er een museum gebouwd wordt in het park, en daar hangen ‘rechthoeken’ die andere, fascinerende uitzichten bieden. Het is de kunst die een betoverende vertelling over de wereld en het leven tevoorschijn trekt.
De Ogen en het onmogelijke is avonturenboek en gedachteboek ineen. Het is prachtig van taal (op elke bladzijde staat wel een beeldschone zin) en het is net zo grappig als ontroerend. De personages (alleen maar dieren) leggen hun pootjes op je hart tijdens het lezen van dit verhaal, en dan is er ook nog de werkelijk schitterende vormgeving van het boek, met die oogverblindende reproducties van oude schilderijen, waar Shawn Harris een hond aan toegevoegd heeft. Tenslotte is er Maria Postema, die dit boek heldergaaf overbracht naar het Nederlands. Het is alsof ze Dave Eggers zelf bij zich droeg tijdens het vertalen, alsof hij haar van dichtbij toefluisterde welk klein taaltikje ze deze zin en die zin nog zou kunnen geven, zodat het hélemaal klopte. Naast al het andere is De Ogen en het onmogelijke dus een grote vertaalprestatie.
Conclusie? Laat ik het voor de derde keer zeggen: gossiemijne wat een boek.