In de serie Grote Boeken Op Groot Formaat van uitgeverij Lannoo verscheen nu een van de allerfijnste. Pieter Gaudesaboos levert met Hoe maak je dat? een bewonderenswaardig non-fictieboek dat gaat over de fabricatie van tien verschillende producten. Het gaat van tennisbal tot aan waterverf, en zo nog meer. De kennisteksten zijn onderbouwd door Bart Rossel, en het is erg fijn dat dit boek lekker leest. Precies de juiste details worden uitgelicht, zonder veel omhaaltaal of vakjargon.
Gaudesaboos heeft het boek dus in tien fabrieken opgedeeld. Het is alleen al een plezier om die gebouwen te zien, hij maakt er – zoals vaker in zijn werk – heerlijke zoekplaten van. Maar de machines en de werkwijze worden ook helder getoond. En vóór de plaat van de fabriek is er in tekst en beeld een introductie, en ná de fabriek volgen nog geinige ‘vervolgweetjes’. Dat gaat dan bijvoorbeeld (in het hoofdstuk over de kerstbal) van kerstversieringen in Oekraïne tot aan de lievelingsgeuren in het Verenigd Koninkrijk (waarbij ‘kerstboom’ op 6 staat).
De pagina’s zijn, zoals we gewend zijn van Gaudesaboos, weer onberispelijk opgemaakt en ingedeeld: wie van geometrie en gulden snedes houdt komt óók blij uit de boekhandel. En dan die details! Het begint al bij de titelletters op de cover, die met gouden balletjes worden gevuld waar je bijstaat, tot en met een extra spread over hoe dit boek zélf werd gemaakt, en dan hebben we al een cursus voordeurkleuren gehad, en een nagedachtenispagina voor meer dan negentig dode Romeinse spreeuwen – inclusief hun namen, en nog veel, veel meer.
Ja, dit boek is echt geweldig, en hopelijk doet het volgend jaar mee voor de allerhoogste prijzen.